Door: Francis van Zon-Christoffels en Margreet Hoek

In 1636 meert een schuit af bij de in aanbouw zijnde kerk van Schermerhorn. Aan boord is Jacob Jansz. die het kerkraam komt afleveren, dat het polderbestuur van de Schermeer heeft besteld. Jacob Jansz. is kistenmaker van beroep en heeft de kist(en) gemaakt, waarin de breekbare lading vervoerd wordt. Zoals gebruikelijk gaat het vervoer over water. De kistenmaker begeleidt het transport tot in de kerk. Na goedkeuring door de opdrachtgevers vindt de betaling van 100 gulden plaats, die met maker van het raam, de kunstenaar Pieter Holsteyn, is afgesproken. Na ontvangst van het geld kan Jacob Jansz. de terugreis aanvaarden.

Foto 1: Glas-in-loodraam
Het glas-in-loodraam dat Jacob Jansz. brengt is nog steeds te bewonderen in de Grote Kerk van Schermerhorn. Aan de levering van het raam gaat een traject vooraf dat via 17de eeuwse bronnen te volgen is.

Foto: Pieter Holsteyn, Glas-in-loodraam van de Schermeer, 1636. Grote Kerk te Schermerhorn. (Afm.ca. 356 cm x 197 cm)

Het landszegel
Centraal in het raam staat het wapen van de Schermeer. Dit wapen is gebaseerd op het landszegel, waarvoor op 13 november 1635 1) het Hof van Holland schriftelijk toestemming heeft verleend.

Midden op dit document 2) is een tekening met het wapen geplakt: ‘op groen een aanziende gewapende engel houdende in de rechterhand een zwaard, alles van natuurlijke kleur en in de linkerhand een schild van blauw, beladen met een gouden molen.’3) met de tekst SCHERMERS BESCHERMER.

Hoe de zaken met de polder ervoor staan is uit het geschrift af te leiden. Het polderbestuur geeft aan hoe zij ‘de groote meer van de Schermer’ bedijkt en drooggemaakt heeft en ‘tot weg ende saet landen geapproprieert’. Het verwacht dat het land binnenkort verhandeld kan worden. Voor de officiële stukken is een landszegel onontbeerlijk.

Foto 2: Toestemming landszegel

Landszegel Schermers Beschermer. Regionaal Archief Alkmaar 84.2.037 nr. 158

Het besluit
Op 16 december 1635 komt in het stadhuis van Alkmaar het polderbestuur van de Schermeer in vergadering bijeen. Het is een intensief jaar geweest waarin, zoals uit de aanvraag voor het landszegel al blijkt, het droogmalen van de Schermeer is voltooid.4)

Met het bereiken van deze mijlpaal is het polderbestuur, dat de onderneming heeft geleid, geneigd gehoor te geven aan het verzoek van de in aanbouw zijnde gereformeerde 5) kerk van Schermerhorn om een glas aan deze kerk te schenken. Een dergelijk verzoek is niet overgeleverd, maar is wel gebruikelijk. Sinds de Reformatie is de Katholieke Kerk als opdrachtgever weggevallen. Overheden vangen dit gemis op door het schenken van ramen, kroonluchters e.d. aan nieuwe gereformeerde kerken.

De zeven steden van West-Friesland en Hollands Noorderkwartier 6) zijn daarin voorgegaan. Zij hebben de ramen in het koor van de kerk van Schermerhorn geschonken of toegezegd. Het raam met het wapen van de stad Alkmaar wordt in 1635 als eerste geplaatst. Dit is de heren van het polderbestuur, die ook in Alkmaar vergaderen, natuurlijk niet ontgaan. Bovendien is hun dijkgraaf op dat moment tevens burgemeester van die stad.

In de’ Resolutien’ van die vergadering van 16 december 7) wordt dijkgraaf Jhr. Thomas van Egmond van de Nijenburg gemachtigd het ‘waepen’ te laten maken waarmee ‘de heeren van de kerck van Schermerhorn’ worden vereerd.

De opdracht

De dijkgraaf richt zich tot Pieter Holsteyn (ca. 1580/90 – 1662), een Haarlemse kunstenaar die ook het raam voor Alkmaar vervaardigde. Het talent van deze kunstenaar wordt in zijn tijd al geroemd.

Zo zwaait Samuel Ampzing 8) in 1628 in zijn’ Beschryvinge ende lof der stad Haerlem’ zijn stadsgenoot alle lof toe:

‘En Holsteyn dijne hand mag door den dood verderven:
Maer dijne konst en naem en konnen nimmer sterven.
Groot Schrijver op het glas: doch dat dijn kloeke geest
Met water-verwen maeckt is ver het aldermeest.’

Voor de kleuren van het wapen heeft Holsteyn misschien inzage gehad in de toestemming voor het landszegel. Daarnaast heeft hij waarschijnlijk de beschikking gekregen over een exemplaar van de uitgave van het ‘Octroy van de Scher-meer’ uit 1635, waarop in een cartouche met de tekst ‘SCHERMERS BESCHERMER’ de engel met schild en zwaard is afgebeeld. Holsteyn verandert de ovalen omlijsting in een wapenschild, maar neemt, zij het in wat zwieriger vorm, de korenaren en de honden over.

Foto3: Voorblad van het Octroy van de Scher-meer 1635

Foto: Voorblad van ‘Octroy van de Scher-meer mitsghaders Cavel-Conditien ende Caerte’, Thomas Pietersz. Baart, Alckmaer, 1635. Regionaal Archief Alkmaar.

Een ‘vidimus’
De gehele tekst van de vergadering van 16 december wordt in een volgend boek van de Resolutien nogmaals opgenomen 9), met dit verschil dat in de kantlijn bij de hierboven reeds vermelde machtiging de volgende tekst is geschreven: ‘Dijckgraef gheautoriseert tot den bestedingen vant glas inde kercke van Schermerhorn te geven bij de polder’.

Doel van deze aantekening is misschien om deze autorisatie snel terug te kunnen vinden, of expliciet aan te geven dat de opdracht voor rekening van de polder is 10). Maar het is ook mogelijk dat op het moment dat deze tekst wordt overgeschreven de opdracht reeds de volgende fase is ingegaan en Holsteyn zijn ontwerptekening aan het bestuur heeft voorgelegd.

Want het polderbestuur heeft grote zeggenschap over hoe het kunstwerk eruit moet komen te zien. Alvorens tot de daadwerkelijke uitvoering van het raam te komen, is de kunstenaar verplicht een ontwerptekening aan het bestuur voor te leggen. Na goedkeuring wordt de ontwerptekening een ‘vidimus’ (wij hebben gezien) genoemd. Van dit raam is de ‘vidimus’ bewaard gebleven.

Foto 4: Pieter Holsteyn ‘vidimus’ glas Schermeer

Foto: Pieter Holsteyn, Vidimus voor het glas-in-loodraam van de Schermeer, 1635 Collectie van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed, Amersfoort. Inv.nr. Th.422.a II (Afm: 30,5 x 17,8 cm)

Door de jaren heen is dit raam zwaar beschadigd geraakt. Tussen 1892 en 1896 worden de ramen van de kerk gerestaureerd door het atelier F. Nicolas & Zoon uit Roermond. Deze vidimus is dan nog niet bekend, waardoor de restauratoren op eigen kompas moeten varen, waar het de ontbrekende delen betreft.

Hoewel de vidimus herkenbaar overeenkomt met het huidige raam, is een exacte vergelijking dus niet mogelijk. Tijdens de restauratie zijn de hondjes verdwenen en zijn de zwierige korenaren tot een stijf bosje bovenin het raam verworden. De wijziging van het jaartal van 1635 in 1636 komt wel op naam van Pieter Holsteyn.11) Zowel op de vidimus als op het raam staat: ‘Schermeers beschermer’.

Op de tekening heeft de kunstenaar in zwart krijt een ruitpatroon aangebracht, dat correspondeert met de verdeling van de ruitjes, die gezamenlijk het raam vormen. Wellicht heeft hij dit ruitpatroon ook gebruikt als hulpmiddel bij het vergroten van de tekening. In tegenstelling tot deze tekening heeft de kunstenaar bij de uitvoering van het raam ervoor gezorgd dat de gezichten van man en vrouw niet doorsneden worden door de loodstrips.

De uitvoering
Nadat het polderbestuur het ontwerp goedgekeurd heeft, moet Pieter Holsteyn van de ‘vidimus’ een (niet bewaard gebleven) ‘karton’ maken: een tekening op exact hetzelfde formaat als het bestelde raam: 356 cm hoog en 197 cm breed. Met behulp van dit karton brengt de kunstenaar de voorstelling over op het glas, waarna de beschilderde ruitjes in een oven gebrand worden.

Vervolgens worden de losse ruitjes met behulp van loodstrips aan elkaar gezet. Om het glas tegen inwateren te beschermen, wordt tussen loodstrip en glas kit aangebracht. Dan is het glas-in-loodraam klaar en kan het geplaatst worden.

Transport en plaatsing
Wanneer het raam klaar is, moet het van Haarlem naar Schermerhorn vervoerd worden. Daarvoor roept Pieter Holsteyn de hulp in van de kistenmaker Jacob Jansz., zoals hierboven al is verhaald.
Over de plaatsing is niets bekend. De kerkarchieven zijn met een grote brand, die het dorp Schermerhorn in 1699 trof, verloren gegaan. De raamdelen zullen met zorg op de hen toekomende plek gezet zijn, want de 17de eeuwse maatschappij is sterk op een hiërarchische orde gericht.

Of het raam van de Schermeer zich nog op zijn oorspronkelijke plaats bevindt, is niet meer te achterhalen. Voor 1887 is een aantal ramen in de noordelijke en zuidelijke muur van de kerk onherstelbaar beschadigd. De resterende ramen zijn toen samengebracht in de noordelijke muur, waaraan het kerkhof grenst. 12)

Het resultaat
Ondanks en misschien wel dankzij alle restauraties hebben we, bijna 380 jaar nadat Pieter Holsteyn het raam vervaardigde, een aardig beeld van wat het polderbestuur ziet, wanneer het raam geplaatst is.

Met de twee menselijke figuren die het wapen flankeren haakt Pieter Holsteyn in op de actualiteit van dat moment. Hij brengt de gevolgen van de droogmaking voor de inwoners van Schermerhorn herkenbaar in beeld. Links staat een visser, die niet voorbereid is op de nieuwe tijd en zich zorgelijk op het hoofd krabt, omdat hij zijn broodwinning verloren ziet gaan. Rechts staat een karnende boerin, die in de landaanwinning een goede toekomst voorziet.

Een bijzonder eindresultaat, waar het polderbestuur trots op mag zijn.

Betaling en boeking
Jacob Jansz. int ook de 100 gulden die is afgesproken met Pieter Holsteyn, nadat het glas overeenkomstig het contract is afgeleverd in de kerk. Meestal liggen de prijzen voor glas-in-loodramen in deze regio tussen de 50 en 100 gulden13). De bekendheid van de kunstenaar en de transportkosten Haarlem – Schermerhorn zullen mede van invloed zijn geweest op de prijs.

Tenslotte rondt de penningmeester de opdracht af met de boeking in het derde rekeningboek van de Schermer: ‘Betaelt aen Jacob Jansz. kistemaecker vanweghen mr. pieter holsteijn, glasschriver de somma van hondert gulden over een glas bij deselve geschreven ende aen die van Schermerhorn conform de contracten in haer kerck gelevert  (………)      C    gulden ‘ 14).

Noten:

    1. Belonje p. 29 geeft abusievelijk als datering 1636.Het landszegel zelf wordt in zilver uitgevoerd door Gedeon Dassamiers, die hiervoor 36 gulden ontvangt. (Regionaal Archief Alkmaar 84.2.037 nr. 386 fol 362 verso.)
      1. Regionaal Archief Alkmaar 84.2.037 nr. 158. Helaas hebben wij het originele document niet kunnen raadplegen, maar was het Archief zo vriendelijk ons een scan toe te sturen.
      2. Belonje p. 29
      3. In het verzoek zijn de zaken rooskleuriger voorgesteld dan in werkelijkheid het geval was. Hoewel in 1635 alle 52 molens gebouwd waren, was de waterbeheersing in de polder nog verre van ideaal. Dat noopte het polderbestuur er geregeld toe molens te verplaatsen om de wateroverlast tegen te gaan.
      4. Op het Memoriebord anno 1636 dat zich in de kerk bevindt omschrijven de gelovigen van Schermerhorn zichzelf als ‘Reformeerden’
      5. Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnickendam, Medemblik en Purmerend.
      6. Regionaal Archief Alkmaar 84.2.037 nr. 44
      7. Samuel Ampzing Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland… Haerlem 1628 (heruitgave 1974) p. 373
      8. Regionaal Archief Alkmaar 84.2.037 nr. 45
      9. Misschien is er onenigheid over dit punt ontstaan; in de plannen voor de nieuwe polder is namelijk voorzien in de bouw van twee kerken. De bouw daarvan laat echter nog lang op zich wachten. Pas in 1650 wordt de eerste predikant benoemd: Ds. Cornelius Reusius, die zowel het noordelijk als het zuidelijk deel van de polder moet bedienen. Zes jaar later krijgt Zuid Schermer een eigen dominee.
      10. Ruyven-Zeman, deel I p.423
      11. Ruyven-Zeman deel I p. 515
      12. Ruyven-Zeman, deel I p. 300
      13. Regionaal Archief Alkmaar 84.2.037 nr. 386 fol. 323 + verso. Dit derde rekeningboek beslaat de periode 26 februari 1636 tot 16 april 1637.

      Bronnen:

      • Archief van het waterschap de Schermeer in het Regionaal Archief Alkmaar: 84.2.037
      • Belonje, Mr. J.: De Schermeer 1633-1933, Wormerveer z.j.(1933)
      • Ruyven- Zeman, Zsuzsanna van: STAINED GLASS IN THE NETHERLANDS BEFORE 1795 Corpus Vitrearum The Netherlands Volume IV. Published under the auspices of the Union Académique Internationale. Amsterdam University Press. Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences 2011. Part I: The North
      • Zwet, H. van: ’ De 52 watermolens van de Schermer. Ontwikkeling van het molenbestand’. (p 65 t/m 140) in ALKMAAR, STAD EN REGIO. Alkmaar en omgeving in de Late Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd. ALKMAARSE HISTORISCHE REEKSEN XII, Hilversum 2004
      • Zwet, H. van: Lofwaerdighe dijckagies en miserabele polders. Een financiële analyse van landaanwinningsprojecten in Hollands Noorderkwartier, 1597 – 1643. Hilversum 2009.